Manifest #DuurzaamRegeerakkoord
Wij roepen het nieuwe kabinet op om een duurzaam regeerakkoord te
maken, gericht op brede welvaart en welzijn. Voor een duurzame wereld in
2030, waar economische, ecologische en sociale waarden in balans zijn. Een wereld die weerbaar is tegen schokken (zoals een pandemie) en waar niemand wordt
achtergelaten. De Sustainable Development Goals (SDG's) zijn hiervoor een concreet kompas.
Daarom vragen wij het nieuwe kabinet:
1. Maak een actieplan om de SDG’s te behalen
Nederland heeft de SDG’s in 2015 aangenomen, net als de rest van de wereld. De ondertekenaars van dit manifest en vele anderen werken er al aan, maar hebben de overheid nodig om ze te behalen. Dus, nieuw kabinet:
- Vertaal de internationale SDG’s naar meetbare doelen voor Nederland (voor SDG 13 - klimaatactie - is dit al gedaan)
- Maak een kabinetsbreed plan om die doelen te halen (zoals het Klimaatakkoord)
- Dit betreft zowel de (lokale) impact in Nederland, als de impact van Nederland internationaal
- Voor huidige en toekomstige generaties
- Reken zowel positieve als negatieve impact mee
- Hou de rode draad van de SDG’s vast: laat niemand achter, wees inclusief
- Gebruik de SDG’s als kader voor een samenhangende agenda
- Grijp de kans die een toekomstperspectief biedt
- Doe dit met behulp van de planbureaus en inbreng uit de samenleving
- Zorg voor monitoring, met behulp van het CBS
- Borg de kabinetsbrede uitvoering ervan door deze bij de minister-president neer te leggen
- Werk hierbij samen met burgers, bedrijven, diverse organisaties en decentrale overheden
- Maak Nederland SDG-koploper in de EU
2. Zorg dat beleid en middelen hier consequent aan bijdragen
Draai aan de grote knoppen, zodat beleid en markten vóór de SDG’s gaan werken. Vooral:
- Belastingverschuiving (zoals van arbeid naar vermogen en vervuiling)
- Echte prijzen
- Duurzaam inkopen
- Financiële instrumenten (zoals Nationaal Groeifonds, herstelfinanciering, en een volwaardig budget voor ontwikkelingssamenwerking)
3. Laat burgers en organisaties hierover meedenken
De punten 1 en 2 hierboven gaan iedereen aan. Zorg daarom voor een goed proces:
- Laat jongeren meedenken en laat hen zelf mee bepalen op welke manier
- Laat diverse burgers en organisaties meedenken, het SDG Nederland-netwerk helpt graag
- Zorg voor een inclusief en transparant proces
- Geef goede informatie en maak vooraf duidelijk hoe bindend de uitkomst is
- Maak korte- en langetermijnkeuzes expliciet
Toelichting
Deze toelichting biedt een basis voor verdere discussie en is geen onderdeel van het Manifest.
Bovenstaande punten in het manifest zijn bij elkaar gebracht uit vele recente discussies over de toekomst van Nederland, onder andere in het kader van een beter herstel (zie onderaan voor de inspiratiebronnen). Het is de bedoeling dat dit manifest leidt tot verdere discussie, in een breder en meer divers gezelschap, en tot afspraken voor actie. Hieronder alvast inbreng voor deze discussies, uit die bronnen.
1. Maak een actieplan om de SDG’s te behalen
Het is nodig om alle SDG’s te vertalen naar nationale doelen en om een plan te maken om ze te behalen. Het CBS monitort de SDG’s al, maar alleen ten opzichte van voorgaande jaren en van andere EU landen. Onderstaande invalshoeken kunnen helpen bij het maken van een plan:
Nationale doelen
Doelen waar Nederland op achterloopt hebben prioriteit: dit zijn vooral die voor milieu en gendergelijkheid. Focus op waar het in Nederland wringt, zoals inclusiviteit op de werkvloer. Maak concreet wat de doelen betekenen voor Nederland, zoals bij ‘dringende en doortastende actie tegen verlies van biodiversiteit’. Sommige doelen laten zich direct vertalen, zoals het halveren van armoede volgens nationale standaarden. Dat betekent in Nederland dat het aantal kinderen dat in armoede leeft van 10% naar 5% of minder moet. Soms zijn er al nationale lange termijn doelen, zoals voor gezondheid en klimaat. Deze kunnen een plek krijgen in de samenhangende SDG-agenda. Sommige doelen roepen fundamentele vragen op, zoals groei: wanneer is groei een probleem en wanneer een oplossing? En duurzame productie en consumptie: wanneer is circulair de oplossing en wanneer moet het minder?
Internationaal
Nederland heeft de SDG’s aangenomen en zal ze dus in eigen land moeten behalen. Maar de SDG’s gaan ook over de invloed van Nederland op het buitenland. Bijvoorbeeld via de normen die we internationaal afgesproken hebben, voor de NAVO en de 0,7% van het Bruto Nationaal Inkomen voor ontwikkelingssamenwerking (die we nu beide niet halen) en de invulling daarvan. Het gaat ook over onze omvangrijke ‘voetafdruk’: de invloed op milieu en op sociale zaken (zoals een leefbaar loon) elders. De rol van bedrijven is groot, de SDG’s bieden hen als internationale agenda kansen, en zij zijn nodig om de SDG’s te halen (met maatschappelijk verantwoord ondernemen, betalen van belasting), dus samenwerking is essentieel.
Toekomst
De SDG’s zijn doelen voor 2030. Dat geeft ruimte om kijkend vanuit 2030 de innovaties te zien die nu nodig zijn. Een paar voorbeelden. Veel werk zal een ander karakter krijgen, door AI en robotisering. Daarvoor is ander onderwijs nodig en wellicht een ander vangnet, zoals een basisinkomen. Pensioenen waren ooit bedoeld om armoede onder ouderen te voorkomen, maar nu is de groep ouderen zeer divers en wordt de last op jongeren relatief steeds zwaarder: van zeven werkenden per AOW-gerechtigde naar twee in 2040. Dat vergt een andere verdeling. De vraag naar elektriciteit zal nog groter zijn, waardoor grootschalige oplossingen interessant kunnen worden, zoals waterstof produceren in IJsland, waar veel geothermische energie is, of in de Sahara, waar veel zon is. De vleesconsumptie zal mondiaal verder toenemen, maar met kweekvlees en –melk kan dat gepaard gaan met minder druk op milieu en gezondheid.
Samenhang
De SDG's bieden een kader om verschillende bestaande trajecten (green deals, groeistrategie, klimaatakkoord, preventieakkoord, circulaire doelen, etc.) bij elkaar te brengen en aan te vullen tot een samenhangende en complete agenda. Bij SDG 4 (kwalitatief onderwijs) wordt bijvoorbeeld verband gelegd met alle SDG’s, door te stellen dat in 2030 alle kinderen kennis over en vaardigheden voor duurzame ontwikkeling moeten hebben. Het werk aan de ene SDG zou het werk aan andere SDG’s moeten versterken, en tenminste niet mogen ondermijnen. Dat maakt risico’s zichtbaar, zoals dat de energietransitie ongelijkheid niet mag vergroten. Het maakt ook kansen zichtbaar, zoals dat duurzame energie meer banen oplevert dan fossiele energie. Oplossingen die samenhangen zijn kostenefficiënt en leveren (immateriële) winst op meerdere terreinen. Bijvoorbeeld als niet tegen maar mét de natuur wordt gewerkt, zoals vernatting van veenweidegebied, wat natuur ten goede komt, broeikasgasuitstoot vermindert en bodemdaling tegengaat.
2. Zorg dat beleid en middelen hier consequent aan bijdragen
Om de SDG’s te halen is het nodig om aan de grote knoppen te draaien, zodat beleid en markten vóór in plaats van tegen de SDG’s gaan werken, mede op basis van de bestaande SDG-toets:
Belastingverschuiving
Belasting is een grote knop (ongeveer 300 miljard, dat is 40% van ons bbp). Een belastingverschuiving van arbeid naar vermogen (inclusief pensioenen), vervuiling en gebruik van grondstoffen kan werk stimuleren, ongelijkheid verminderen en circulaire economie stimuleren. In Nederland is vergeleken met andere landen veel belasting op arbeid en weinig op vermogen (inclusief pensioenen). Een belastingverschuiving van gezonde producten naar ongezonde kan de productie en consumptie van gezonde producten aantrekkelijker maken.
Echte prijzen
Echte prijzen geven de situatie realistisch weer en sturen de markt de juiste kant op. Dit kan op verschillende manieren. Bedrijven kunnen zelf echte prijzen vragen, door bijvoorbeeld een leefbaar loon te betalen en dat mee te rekenen. De overheid kan subsidies verwijderen, zoals bepaalde in de landbouw. Of met belastingen de kosten voor milieu en mens verwerken in de prijs, zodat die publieke kosten vooraf gedekt zijn. Verder kan de overheid bij het nemen van beslissingen alle kosten en baten voor milieu en maatschappij meerekenen, zodat deze niet bij een ander terecht komen. Transparantie is cruciaal, om verborgen kosten zichtbaar te maken.
Duurzaam inkopen
De overheid is een grote inkoper (ongeveer 70 miljard). Met consequent duurzaam inkopen zou deze een ‘gamechanger’ op de markt zijn. Dat betekent werken met echte prijzen, zodat alle kosten en baten voor milieu en maatschappij meegerekend worden, in Nederland en de internationale keten. Verder zou het helpen om zichtbaar te maken wat sociale ondernemers aan maatschappelijke waarde bieden, zodat dit in de keuze meegewogen kan worden.
Financiële instrumenten
Publieke financiering zou bij moeten dragen aan publieke doelen, en deze zeker niet moeten ondermijnen. Daarom wordt nu bijvoorbeeld gewerkt aan vergroening van de Export Krediet Verzekering (10 miljard aan fossiele investeringen verzekerd). De overheid kan de financiële sector stimuleren om meer investeringen te doen die bijdragen aan de SDG’s. De sector kan laten zien dat dit bijdraagt aan solide lange termijn investeringen. In elk geval zouden nieuwe publieke instrumenten aan de SDG’s moeten bijdragen, zoals het Nationaal Groeifonds.
3. Laat burgers en organisaties hierover meedenken
De punten 1 en 2 hierboven gaan iedereen aan. Hieronder volgen aanwijzingen voor een goed proces:
Informatie
Geef goede informatie over de te bespreken onderwerpen. Maak van tevoren duidelijk wat de status is van de uitkomst van de discussies, zoals of het een advies is en hoe bindend het is voor de overheid. Dit zijn geleerde lessen uit burgerberaden, in Frankrijk, het VK en elders.
Inclusiviteit en transparantie
Zorg voor diversiteit, bijvoorbeeld door loting. Ook daarvoor bieden burgerberaden een voorbeeld. Wees transparant over het proces, ook voor wie er niet bij is.
Toekomstige generaties
Jongeren moeten meedenken. Het is hun toekomst en soms ook hun geld, zoals bij de herstelfondsen en het Nationaal Groeifonds. Laat hen mee bepalen hoe ze betrokken worden. Waarborg de belangen van toekomstige generaties, zoals met wetgeving (voorbeeld: Wales). Maak korte- en langetermijnkeuzes expliciet. De bestaande generatietoets kan hierbij helpen.
Organisaties
Laat ook diverse organisaties meedenken. Het SDG Nederland netwerk helpt graag met het organiseren van deze inbreng. Het is een netwerk van bedrijven, jongeren, Ngo’s, kennis-en onderwijsinstellingen, gemeenten, banken en burgers.
Inspiratiebronnen
De transitie naar een duurzamere wereld doen we samen. Bovenstaande punten zijn dan ook bij elkaar gebracht uit verschillende discussiefora en stukken, waarbij de selectie en formulering de verantwoordelijkheid zijn van SDG Nederland.
- Manifest van 170 wetenschappers, 11 april 2020
- Handreiking en tien transitiepaden van De Transitiemotor, 5 mei 2020
- Green Recovery Statement - DSGC, 19 juni 2020
- Duurzame troonrede - Jan Jonker, 1 september 2020
- Manifest van Springtij, 28 september 2020
- Tien thema’s van De Grote Transitie
- Manifest Burgercollectieven: de motor achter sociale innovatie en maatschappelijk rendement
- Minister van de Nieuwe Economie - MVO Nederland
- De 17 SDG Allianties
- SDG Action Talks
- Jongeren Manifest - Coalitie-Y
- Manifest Artikel 21 - 7 Politieke Jongeren Organisaties, 4 juni 2019
- Manifest Jongeren Milieu Actief - vervolg op Manifest Artikel 21
- Dialoog op Dinsdag - Worldconnectors en Earth Charter
- Het Earth Charter - Earth Charter Nederland
- Het SDG Café
- Burgerberaad - Bureau Burgerberaad